Körting Vaatwasser onderdelen Adviescentrum

Als je je nieuwe vaatwasser voor het eerst aansluit, of als je je apparaat net hebt meeverhuisd naar een andere woning, is het van belang dat je de aansluiting op de afvoer met de nodige zorgvuldigheid regelt. Er is een aantal richtlijnen dat je moet volgen om ervoor te zorgen dat je de vaatwasser straks op een veilige manier kunt gebruiken. Wij nemen ze met je door!

Bij het monteren van de vaatwasser afvoerslang is het vooral belangrijk dat er geen knikken of bochten in de slang komen te zitten, en dat deze niet bekneld kan raken. De vaatwasser afvoerslang sluit je aan op de sifon van de gootsteen of op een losse afvoerbuis. De constructie moet zodanig worden ingericht dat het water niet terug de vaatwasser in kan stromen, zonder dat de slang ‘te hoog’ komt te liggen waardoor het water niet door kan stromen. Sluit je het apparaat aan op een sifon, dan heb je de juiste omstandigheden al snel te pakken. 

Slang aansluiten op sifon

Hoe monteer je de slang op de sifon van de gootsteen? Draai de aansluiting op de sifon los en kijk of de rubberen stop verwijderd is. Als dit nog niet gebeurd is, kun je deze nu verwijderen. Schuif dan de slangklem om het uiteinde van de slang en schuif daarna de slang zelf over de aansluiting op de sifon. Draai daarna de slangklem goed vast. Het is belangrijk om tijdens het eerste vaatwasprogramma te controleren of er sprake is van lekkage of niet. 

Let op: bij het aansluiten van de slang op de sifon is het van belang dat de slangtule aan de sifon naar boven wijst, en dat de afvoerslang met een bocht van bovenaf op de tule wordt bevestigd. De tule aan de sifon kan namelijk 360 graden gedraaid en vastgezet worden. Als deze naar boven wijst, zal er geen water teruglopen vanuit de wasbak. 

Slang aansluiten op afvoerbuis

Het aansluiten op de afvoerbuis gaat iets anders dan bij de sifon. Je steekt de slang namelijk simpelweg in de afvoerbuis. De lengte van een afvoerbuis varieert tussen de 60 en 100 cm. Gemiddeld is deze buis dus 80 cm lang. Wat heel belangrijk is, is dat de afvoerslang niet dieper dan 15 centimeter in de buis mag komen te hangen. Gebeurt dit wel, dan is de kans op lekkage groter. In veel gevallen is er bij je vaatwasser een slanggeleider meegeleverd, waar je de afvoerslang in kunt vastklikken zodat deze nooit te ver in de buis zakt. Zo’n slanggeleider kun je het beste aan de muur achter de afvoerbuis schroeven. Ook in dit geval moet je tijdens de eerste keer dat je een programma draait, controleren of de verbinding waterdicht is. 

De afstand tussen het apparaat en de afvoerpijp/sifon (oftewel, de lengte van de slang) is heel belangrijk. De slang moet sowieso lang genoeg zijn om deze te bereiken, maar mag ook weer niet te lang zijn. Anders ontstaat er gemakkelijker drukverlies en is de kans op lekkages ook weer groter.